BOUW NIEUW STADHUIS BEGONNEN
De jaarrekening over 1612 bevat een groot aantal uitgaven aan activiteiten en materialen die wijzen op de start in dit jaar van de bouw van het nieuwe Gennepse stadhuis. De hieronder aangehaalde selectie levert het bewijs. Hier vinden we dus ook de naam van de ‘architect-aannemer’ van het bouwproject Mr. Willem van Bommel. Nadat hij met zijn zoon de bouw uitgezet heeft, kunnen de werkzaamheden beginnen. Met de jaarrekening van 1612 als leidraad kunnen we de start van de bouw reconstrueren.
De eerste uitgaven betreffen de afbraak van het aalde raethuiss, waarvan de restanten er blijkbaar na 15 jaar nog liggen. De stenen ervan laat Mr. Willem ‘vegen’ voor hergebruik (in de nieuwe fundering?). Dat karwei levert 27.000 bruikbare stenen op. Voor de rest zijn nog privépersonen te vinden. Dat levert weer geld op. De raethuss poell moet worden leeggeschept. We raden dat Gennep in het voorjaar 1612 het elk jaar terugkerend hoogwater heeft gehad. De bouwput van het stadhuis is daardoor half vol water gelopen!
De gemeente blijkt, zo kan worden geconcludeerd uit het jaarstuk, tientallen (Kleefse) guldens kwijt te zijn aan transportkosten van kalk, steigerpalen en -planken, balken uyt ’t walt, allerlei soorten (bak)stenen, dorpelstenen (voor de torendeur!), smidskolen, enz. Er staan tientallen guldens geboekt voor arbeidsloon aan timmerlui, metselaars, opperlieden. Er zijn uitgaven aan lood, kalkkuipen en –emmers, tonnen om stenen omhoog te hijsen, manden om stenen in te dragen, wissen en touw voor steigerpalen vat te binden, schoorlatten, enz.
Een belangrijke uitgavenpost in de jaarrekening 1612 is het contact met de ‘hoge regering’ in Kleef. Burgemeester Van Sambeeck en stadsrentmeester Wilick zijn er bijna kind aan huis. Ze kloppen bij allerlei instanties aan, vooral voor balken, maar ook om toestemming heideland te mogen verkopen om kastekorten aan te vullen. In Kleef en Grunewald vloeien bier en wijn bij liters. De stadsbode loopt zeker eens per week naar Kleef v.v. (briefwisseling).
Voor ons interessante uitgavenposten zijn die waar de naam van de bouwkundige Mr. Wilhem van Bommel und sinen soon, of kortweg Mr. Wilhem, genoemd worden. Via hem komen er Baumberger stenen en Sichemse (mergel)stenen naar Gennep. Met zijn zoon is hij 96 dagen in pension bij herbergier Willemken Verhaegh. Zijn knechts hebben onderdak gekregen bij een andere herberg, nl. bij Hanrick van Aken. In totaal meer dan drie maanden brengt de bouwmeester in 1612 te Gennep door.
Omdat er ook al sprake is van steigerwerk en hijswerk nemen we aan dat het bouwwerk in de loop van 1612 al aardig vorderde. Over de jaren daarna hebben we helaas geen gegevens. Ons eerstvolgend bouwbericht dateert vijf jaar later, uit…april 1617.
Wat vertraagde de bouw? Misschien duiken er ooit nieuwe feiten uit de archieven op.
Wiel van Dinter.